We rijden vanuit Tusayan in een kwartiertje naar het National Park Grand Canyon. Bij de ingang moet je een toegangskaart kopen. Voor ons rijdt een pickup-truck met Mexicanen, die vlak voor de toegangspoort handig afbuigen richting een kampeerplaats, om vervolgens daarna vrolijk de weg weer op te draaien. Kennelijk is het toegangskaartje geen must als je weet hoe je het moet omzeilen.
Niets kan je voorbereiden op het gevoel dat je krijgt als je voor het eerst de Canyon ziet. De afmetingen en de peilloze diepte zijn zo immens, dat je het in je buik voelt. Zeker als je op de rand gaat staan. Iets wat ik heb gedaan, maar dan wel met een veilige marge.
We besteden een hele dag bij de Grand Canyon, we gaan langs de South Rim naar de diverse bekende uitkijkpunten. Sommige stukjes lopen we, en we maken ook gebruik van de gratis shuttlebus die hier rijdt.
De uitzichtpunten luisteren naar namen als Hopi Point, Mojavi Point, Powell Point en Yaki Point.
We nemen de South Kaibab Trail naar beneden tot Point Ooh Aah. Dat is niet helemaal naar beneden. Dat is zo ver, dat het meer dan een dag zou kosten om weer boven te komen. Bovendien loopt de temperatuur op in Canyon tot boven de 40 graden Celsius.
In de avond eten we een snelle hap bij Wendy’s, en rijden dan met de auto naar Desert View Point. Een wat verder gelegen uitkijkpunt waar een Watchtower staat en het wat rustiger is. Het mooie aan dit punt is dat je de Colorado rivier goed kunt zien.
De zonsondergang bij de Canyon voelt heel sereen.