De rit van Moab naar Utah maakt ons nog eens duidelijk dat Utah een hele mooie staat is. De woestijnen zijn hier ontzettend fraai, met alle bergen en rotsen die zich in het landschap bevinden.
We rijden niet alleen door woestijn, maar ook door agrarische groene gebieden en bossen.
Bryce Canyon National Park heeft een geheel eigen charme. De uitzichtpunten hier zijn weids en hoog. Maar het is niet alleen de hoogte en de weidsheid die indruk maakt.
De kloof is bezaaid met hoodoos, roodkleurige stenen pilaren. Het zijn enorme stenen. We hebben nog nooit zoiets gezien. Wat het gebied verder uniek maakt zijn de bomen die er tussendoor groeien.
De toegang tot het park is strak georganiseerd, zoals we tot nog toe in alle nationale parken hebben ervaren. De belangrijkste uitkijkpunten zijn bereikbaar via een gratis shuttlebus. Ze rijden zo vaak dat we meerdere keren een prive shuttle hebben.
We maken een hike naar beneden via een plek die de Queen’s Garden wordt genoemd. De reden is dat een van de stenen op koningin Elizabeth zou lijken. Wij zien de gelijkenis niet. Maar het gebied is er niet minder mooi om.
Het is een zware klim, want als je naar beneden gaat moet je ook weer naar boven. Maar het is zeer de moeite waard tussen de hoodoos door te lopen en ze van dichtbij te zien. Dan valt pas op hoe groot de rotsen eigenlijk zijn.
Het is een mooie wandeling waarbij we voortdurend in de gaten worden gehouden door een legertje chipmunks die zich in de bossen bevinden en zich af en toe laten zien.
Het klinkt heel indrukwekkend allemaal, ik ben super benieuwd naar de foto’s!